Hoe werkt het?

Een da Vinci operatierobot SI van de vierde generatie bestaat uit drie componenten:

  1. Allereerst is er de console die door de chirurg wordt bediend; hier worden de vingerbewegingen van de chirurg vertaald in uiterst precieze bewegingen in het lichaam van de patiënt. Bovendien beschikt de chirurg over een driedimensionaal beeld van het operatieveld.
  2. De vierarmige robot ( zie illustratie) zelf heeft toegang tot de patiënt langsheen de vier kleine insneden die gemaakt worden.
  3. Tot slot is er de laparoscopietoren met een high definition touchscreen; op dit en twee andere schermen, kan het ganse operatieteam de ingreep van nabij volgen en kunnen de assistenten snel inspelen op het verloop van de operatie.

De da Vinci operatierobot wordt in hoofdzaak gebruikt voor de chirurgische behandeling van kanker maar wordt ook ingezet voor reconstructieve ingrepen.

Dankzij de wendbaarheid van de instrumenten in het lichaam van de patiënt die 5 keer nauwkeuriger is dan wat de chirurg doet in de console, kan er op een uitermate precieze manier geopereerd worden.

De chirurg verplaatst zich als het ware “binnenin” de patiënt en onderscheidt alle structuren zeer duidelijk, waardoor er voor de patiënt belangrijke voordelen zijn.